Door de geldende negatieve rente vanaf 100.000 euro wordt op spaarrekeningen ingeteerd. Bovendien wordt door de huidige inflatie in reële termen nog eens enkele procenten koopkracht van het vermogen afgesnoept. Beleggen in obligaties dan maar? Het rendement op Nederlandse staatsleningen is door de huidige lage rentestand nog altijd negatief.
Daar komt de term TINA dus vandaan: There Is No Alternative, er is voor spaarders bijna geen andere keus dan in aandelen te beleggen. Maar de aandelenmarkten staan op recordhoogte, met alle risico’s van dien.
Met BUFFERfund hebben spaarders en beleggers echter wel degelijk een alternatief voor de risico’s die gepaard gaan met een directe belegging in aandelen. Ons fonds belegt namelijk in certificaten op aandelen die op de einddatum een vaste hoge (bonus)aflossing geven, ook als aandelenmarkten minder goed presteren. Pas als de zogenaamde buffer van het certificaat neerwaarts doorbroken wordt, verandert het karakter van het certificaat in een gewoon aandeel. De buffers die wij hanteren zijn bij aankoop van het certificaat doorgaans zeker 30% groot, oplopend tot wel 40% en meer.
Natuurlijk, grote buffers vormen geen garantie dat ze altijd standhouden. Dat zagen we vorig jaar toen de aandelenmarkten door de corona crisis in een exceptionele beweging in enkele weken tijd tot wel 40% daalden. Ook ons fonds werd toen geraakt vanwege bufferdoorbraken. Murphy’s law. Een dergelijk uitzonderlijk scenario doet zich om de zoveel tijd op bijna alle gebieden wel een keer voor, denk bijvoorbeeld aan de watersnoodramp in 1953. De dijken waren niet bestand tegen zoveel uitzonderlijk natuurgeweld. Zeeland werd echter niet ontruimd en/of aan de zee teruggeven, maar uiteindelijk veiliger gemaakt door de totstandkoming van de deltawerken die de provincie tegen nieuw klimatologisch onheil moet beschermen.
BUFFERfund heeft recentelijk zijn eigen deltawerken voltooid. Na de coronacrash van vorig jaar is het beleid aangepast om de risico’s bij een aandelencrash nog verder in te dammen. De belangrijkste wijzigingen zijn het gebruik van nog hogere buffers, de inzet van put opties op de aandelenindex en het opnemen van certificaten op individuele aandelen. Met de aankoop van putopties op aandelenindices willen we ons zoveel mogelijk beschermen tegen een zware algemene koerscorrectie op de beurs. Ook als onze hogere buffers opnieuw geen stand zouden houden, dan zullen de put opties een groot verlies moeten kunnen vermijden.
Het gebruik van certificaten op individuele aandelen heeft als voordeel dat het potentiële rendement aantrekkelijker is dan dat van een certificaat op een aandelenindex. Daarnaast zijn de buffers in die certificaten vaak groter. Ten derde zijn deze certificaten vaak met een korting ten opzichte van de prijs van het aandeel verkrijgbaar. Daar staat tegenover dat individuele aandelen een grotere beweeglijkheid hebben dan een aandelenindex, zodat het belangrijk is de betreffende certificaten op de juiste wijze te selecteren. Wij kiezen (de certificaten op) de individuele aandelen dan ook niet op basis van fundamentele analyse. Onderzoek wijst uit dat dit doorgaans geen beter rendement oplevert dan een passieve belegging in een breed samengestelde aandelenindex. Voor ons geldt als belangrijkste selectiecriterium een optimale verhouding tussen het risico en rendement van het certificaat. Het is minder van belang of een aandeel veel stijgingspotentieel heeft, maar veeleer dat het risico op een (grote) koersdaling als laag wordt ingeschat, uiteraard alles beoordeeld in het licht van het potentieel te behalen rendement.
Een goed voorbeeld is het certificaat op autofabrikant Tesla dat wij in portefeuille hebben. Het certificaat loopt af in september 2022 en geeft een rendement van +10%, op voorwaarde dat het aandeel Tesla gedurende de looptijd niet meer dan 47% in koers daalt ten opzichte van de actuele koers. Dit certificaat is nu te koop met een korting van 25% ten opzichte van de koers van het aandeel. Dus zelfs als Tesla (tussentijds) met (meer dan) 47% is gedaald, en het certificaat zich verder gedraagt als een aandeel, is Tesla dan door ons in feite met een korting van 25% aangekocht.
De combinatie van alle certificaten geeft ons fonds als geheel zijn unieke risico-rendement verhouding. Wij sturen de beleggingen binnen BUFFERfund op basis van onze deltatabel. De deltatabel geeft aan wat de verwachte waardeverandering van BUFFERfund is in een groot aantal verschillende positieve en negatieve scenario’s. De actuele deltatabel ziet er als volgt uit:
Tabel 1. Delta Tabel BUFFERfund per 19 oktober 2021
De tabel laat zien dat als de aandelenmarkten direct met -20% zouden dalen, BUFFERfund direct met -11% in waarde zou verminderen. Als over een jaar de aandelenindex nog steeds -20% lager staat, dan is het verlies voor BUFFERfund al teruggelopen tot -3,8%. In een positief scenario van bijvoorbeeld +10%, stijgt BUFFERfund in eerste instantie met +4,6%, wat na een jaar zal oplopen tot +9,2%.
De deltatabel wordt dagelijks geactualiseerd en is het belangrijkste instrument waarmee BUFFERfund op risico en rendement wordt gestuurd. Bij deze deltatabel maken we de volgende kanttekening. De tabel is zeer geschikt om BUFFERfund te managen op basis van indicatieve uitkomsten van de scenario’s, maar de uitkomsten zijn niet absoluut. Zo kan een wijziging in de beweeglijkheid van de aandelenkoersen, met name als er scherpe tussentijdse uitslagen zijn, tot andere uitkomsten leiden. Een risico is verder dat de individuele aandelen een geheel ander koerspatroon kunnen laten zien dan dat van de aandelenindices. Dat kan zowel een minder gunstig als een gunstiger uitkomst betekenen dan de deltatabel aangeeft.
Beleggen met aandelen als onderliggende waarde is nooit zonder risico. Met ons scherp op risicobeheersing gerichte beleid is BUFFERfund echter goed voorbereid op de uitdagende actuele marktomstandigheden en daarom een uitstekend alternatief voor een directe belegging in aandelen.
BUFFERfund: Yes! There is an alternative.